De analytische psychologie, Jung spreekt van ‘een nieuwe psychologische wetenschap’, is gebaseerd op een aantal uiteenlopende bronnen.
Jung was een zeer belezen wetenschapper, en zijn kennis omvatte onder meer de Bijbel, de Griekse, Germaanse, Egyptische, Indiase en Perzische mythologie,
sprookjes, sagen en legenden, alchemie, gnostiek, primitieve geestesgesteldheid, religieuze symboliek, geneeskunde, patiëntendromen, geschiedenis van de filosofie,
de grote godsdiensten en de kerkgeschiedenis, geschriften als de Veda’s en Upanishaden, letterkunde, culturele antropologie en de bekende bewustzijnspsychologieën.
Van de psychologie van Jung zijn een aantal begrippen zoals collectief onbewuste, introvert-extravert, anima-animus en archetypen gemeengoed geworden.
lees verder>>
Voortdurend werken in de mens 4 bewustzijnsfuncties op elkaar in; denken, voelen, intuïtie en gewaarworden.
In ieder van ons is één van deze bewustzijnsfuncties leidend.
lees verder>>
Het ik verhoudt zich tot de bovengenoemde hoofdfunctie en tot de meer onbewuste functies als respectievelijk de persona en de schaduw.
lees verder>>
De anima en de animus zijn complexen die zich op onvolwassen wijze vertalen in respectievelijk het bewustzijn van de man en van de vrouw.
Zij fungeren als een poort naar het onbewuste, op dezelfde manier als de persona een brug is naar de buitenwereld.
Ze hebben de neiging zich in ons als persoonlijkheden te gedragen.
lees verder>>
   "De alchemie is, evenals de folklore, een grootse projectieschildering van
   onbewuste denkprocessen."
Jung was sinds 1913 bezig met het onderzoek van processen van het collectieve onbewuste, mede als gevolg van zijn eigen psychische crisis na de breuk met Freud.
Door zijn innerlijke ervaringen stuitte hij op verschijnselen in de psychische wereld die hij aan niets, dat universeel voorkwam in de menselijke ervaringswereld kon toetsen.
lees verder>>
Tjeu van den Berk zegt daarover in het boek dat hij hierover schreef; “Jung verdiept zich vooral in de psychologie van de kunst: hoe beleeft een mens kunst?
Hoe gaan creatieve processen in hun werk? Waarom is het ene kunstwerk abstract en het andere juist niet? Kunstwerken zijn volgens Jung scheppingen,
ontsproten aan een eigensoortige drijfveer.
lees verder>>
Jungiaans Instituut Nijmegen
www.jungiaansinstituut.nl
Jungiaanse Vereniging voor Analytisch Therapeuten
www.jvatn.nl
C.G. Jung Vereniging Nederland
www.cgjung-vereniging.nl
Collega therapeuten:
Marga Marcelis Nijmegen
www.marcelisconsult.nl
Laurens Wolters Nijmegen
www.jungiaansinstituut.nl
Overig:
Prosveta Nederland: uitgaven van en over Omraam Mikhaël Aïvanhov
www.prosveta.nl
www.cgjungpage.org
Pegè: workshops en lezingen over transpersoonlijke psychologie
www.pege-amsterdam.nl
Het betreft de volgende persoonsgegevens:
Heb je nog vragen?
Neem dan contact op met de therapeut van je keuze.
Voor Jung is het psychische niet minder werkelijk dan het lichamelijke. Het is een wereld op zichzelf, door wetten beheerst, gestructureerd en met eigen uitdrukkingsmiddelen.
Zelf zegt Jung daarover; ?Wie zich ertoe zet de menselijke ziel te gaan onderzoeken zal bemerken, dat die ziel tot het geheimzinnigste en minst duidelijke behoort,
dat onze ervaring tegenkomt.? Het was de bedoeling van Jung dit psychische te onderzoeken als het orgaan waarover wij beschikken om de wereld en al wat is te doorgronden,
en de verschijnselen van dit psychische te observeren, te beschrijven en in een zinvol verband te brengen
Hierna volgt een kleine greep uit deze veelomvattende theorie
Voor Jung is zijn psychologie gebaseerd op ervaring, niet op speculatie. De psyche van de mens bestaat uit twee elkaar aanvullende sferen,
die echter tegenovergestelde eigenschappen vertonen, het bewuste en het onbewuste.
Deze gebieden vullen elkaar ook voortdurend aan. Aan beide gebieden neemt ons ik deel, als een bootje dat drijft op een meer, door Jung het 'persoonlijk onbewuste' genoemd.
In dit 'meer' zijn al onze ervaringen, neigingen en indrukken, zowel positief als negatief, sinds de moederschoot opgeslagen. Sommige aspecten zijn we ons nooit bewust geweest,
andere hebben we om bepaalde redenen verdrongen. Al realiseren we ons dit niet, toch kunnen al deze elementen een grote invloed hebben op hoe we in relatie tot onszelf en de
wereld om ons heen staan. Het 'meer' van het persoonlijk onbewuste is verbonden met de grote oceaan, die Jung het 'collectief onbewuste' heeft genoemd. Daarin hebben volgens
hem alle mensen, die ooit hebben geleefd, hun ervaringen nagelaten, van het meest instinctieve tot het meest verheven spirituele. Deze ervaringen zijn samengebald tot krachtige
oerbeelden die Jung archetypen heeft genoemd.
Jung ontwikkelde, aanvankelijk samen met Sigmund Freud, een genuanceerde visie op, en een hypothese van het onbewuste deel van de psyche van de mens.
Voor Freud was daarin de seksuele drift de meest drijvende kracht in de mens. Jung was gaandeweg, mede door het onderzoek van psychiatrische patiënten en door eigen
innerlijke ervaringen, de mening toegedaan dat het geestelijke in de mens ook als een sterke drift, als een hartstocht, in de psyche opdoemt. Als kenmerken geeft hij
aan dat de uitwerking ervan prospectief (toekomstgericht) is en van nature de synthese zoekt (het "waartoe", iets doen vanuit een intentie). In de gangbare
wetenschapsbenadering wordt vooral onderzocht "waardoor" iets is ontstaan; retrospectief in plaats van prospectief. Het retrospectieve dwingt tot "uitpluizen",
tot analyse. Het prospectieve leidt onvermijdelijk tot het zoeken naar samenhang, tot synthese. Dit "waartoe" is voor Jung van wezenlijk belang in zijn
psychologie en therapie. Het doorgronden en (her)beleven van wat tot het trauma (=psychische verwonding) aanleiding gaf, is op zijn minst gelijkwaardig
aan het analyseren en begrijpen ervan. Dit is in de therapeutische behandeling echter voorwaarde voor het doel; dat de cliënt "kan worden wie hij of zij in wezen is".
(voor meer hierover zie : analytische therapie)
ga terug>>
Psychische klachten zijn de uitdrukking van een geblokkeerde ontwikkelingsweg. Hier maakt het beeld van de boom ons veel duidelijk. Bovengronds kan deze pas volop uitbloeien als de sapstroom ongehinderd vanuit de wortels haar weg omhoog kan vinden. Wat onzichtbaar is, blijkt ook hier onmisbaar voor het volle leven! Door te leren luisteren naar de signalen uit het onbewuste groeit het besef dat de antwoorden op onze meest wezenlijke vragen in onszelf aanwezig zijn. De eerste stap in het proces, dat door Jung individuatie wordt genoemd, is zicht krijgen op het thema dat als een rode draad door je leven loopt. Individuatie is een in ieder van ons aangeboren groeiproces. Zoals een kastanje bestemd is uit te groeien tot een boom, zo is ieder mens voorbestemd om 'te worden wie hij of zij in wezen is'. Wie zijn psychische reis begint, zal merken dat beelden uit het onbewuste zich aan hem laten zien, bijvoorbeeld via dromen met krachtige of vreemd lijkende symbolen. De beelden en symbolen vragen om een vertaling om ze te begrijpen, alvorens ze hun helende werking zullen krijgen. Daarvoor is een deskundige gesprekspartner onmisbaar die wat je overkomt serieus neemt en de beelden helpt interpreteren. ga terug>>
Dit zijn twee andere, min of meer bekende begrippen in de psychologie van Jung. Via de persona treedt het individu in contact met de buitenwereld, terwijl de meer of minder onbewuste, niet erkende energieën van de psyche zich in "de schaduw" bevinden; zij kunnen zich bijvoorbeeld manifesteren in perioden van stress of vermoeidheid. Via de schaduw tonen we ons zoals we niet willen zijn. ga terug>>
De man kan de anima in zijn bewustzijn integreren door beter met emoties om te leren gaan en zich open leren opstellen in relaties. Juist door het integreren van het vrouwelijke in zijn bewuste persoonlijkheid wordt zijn ontvankelijkheid voor nieuwe ontwikkelingen versterkt. Voor de vrouw betekent het dat de animus bewust wordt gemaakt, en dat zij in zichzelf een actief handelend principe (h)erkent. Emma Jung zegt hierover; "wat wij vrouwen in onze relatie met de animus moeten overwinnen, is niet onze trots, maar ons gebrek aan zelfvertrouwen. het ontbreekt ons vaak aan moed of wilskracht." De vrouw kan leren zich op actieve wijze te verbinden met betekenisvolle ideeën, en deze in het leven op het materiële en maatschappelijke vlak vorm te geven (literatuur; Emma Jung: Animus en anima; uitg. Lemniscaat, Rotterdam 1999). ga terug>>
Uiterlijk zorgde het geschrift "Het geheim van de gouden bloem" van de sinoloog Richard Wilhelm, waar hij in 1928 kennis mee maakte, voor een enorme doorbraak. Het bevatte stukken die Jung in de gnostiek (geestelijke stroming die sinds de 1e eeuw na Chr. in Midden Oosten opkwam) vergeefs had gezocht. Het geheim van de gouden bloem is een taoïstische tekst uit de Chinese yoga, maar tegelijk ook een alchemistische verhandeling! Als vervolg daarop ging Jung zich in de Laat-Middeleeuwse westerse alchemie verdiepen, en van daaruit kon hij wel een verantwoorde link leggen naar gnostieke en christelijke symbolen. En daardoor ook naar de psychische ontwikkeling van de mens! Onderzoek van Jung in het onbewuste via menselijke innerlijke ervaringen wees namelijk uit dat dit niet alleen voor "religieuzen" gold, maar voor ieder individu dat een innerlijke ontwikkeling doormaakt (via meditatie, dromen, kunstbeoefening e.d.). Dat bracht Jung ertoe om te zeggen, dat naast de seksualiteit (Freud) en het machtsstreven (Adler) er zich een derde, overstijgend principe in ons onbewuste bevindt, dat ons onbewuste meer aanstuurt dan we denken, en dat is de geestelijke impuls. "Het geestelijke verschijnt in de psyche ook als een drift, ja als een ware hartstocht". Hij zag dit als de tegenpool van de twee andere driften, die meer van biologische, dierlijke oorsprong zijn. Alchemisten zijn onderzoekers die zich met de verbinding tussen stoffen bezighouden. Eigenlijk "oer-scheikundigen", die hoopten dat uit die verbinding een nieuwe stof, van een hogere en duurzame kwaliteit, zou ontstaan. Het liefst goud of zilver. Over de feitelijke resultaten doen verschillende verhalen de ronde, op het anekdotische af. Maar soms, zoals bij Nicholas Flamel of bij John Dee, leek het of het nog gelukt is ook. Jung zelf zegt hierover; "Het is boven elke twijfel verheven dat er nooit werkelijk tinctuur of kunstmatig goud is geproduceerd. Maar er was destijds niets dat de alchemist kon overtuigen van de zinloosheid van de onderneming; hij stond in een traditie!" De belangrijksten onder de alchemisten echter zagen in, dat het werk in het laboratorium maar een deel van hun werk uitmaakte; ze waren met iets bezig dat voor die tijd volstrekt onbekend was in zijn uitwerking, en ze merkten dat ze er zelf sterk psychisch op reageerden; zo werd hun handarbeid en studie een innerlijke queeste die te vergelijken is met de fasen van de Chinese Yoga meditatie! Deze alchemisten noemden zichzelf dan ook filosofen en verklaarden; "aurum nostrum non est aurum vulgi" - ons goud is niet het gewone goud. ga terug>>
De drang tot het artistieke gaat al heel ver terug in de evolutie". Jung zegt daarover; "Het creatieve leeft en groeit in de mens als een boom in de grond waaraan hij zijn voedsel afdwingt. We doen er daarom goed aan, het creatieve proces als een levend wezen te beschouwen dat in de ziel van mens is geplant." Met behulp van zijn eigen psychologische noties (zoals het archetype, het collectief onbewuste en de 'participation mystique') weet hij diep door te dringen in het geheim van de kunst, terwijl hij tegelijkertijd dat geheim intact laat. Wat in it verband een belangrijk onderscheid is, is dat tussen esthetiek en ethiek. Jung maakt in een van zijn belangrijkste geschriften, het ik en het onbewuste, een scherp onderscheid tussen een 'menselijke' en een esthetische beleving. De kunstenaar interpreteert en begrijpt zijn fantasieën wel, maar belééft hij ze ook? De (psychiatrische) patiënten van Jung moeten niet alleen hun fantasieën observeren, maar ze zich juist eigen maken. "Want het wezenlijke is niet in de eerste plaats het interpreteren en begrijpen van fantasieën, maar integendeel het beleven ervan". De filosoof Nietzsche was volgens Jung een voorbeeld van iemand die niet in staat bleek om het esthetische met het belevingsaspect te verbinden, wat hem tot krankzinnigheid bracht. Het zou prachtig zijn als de kunst een instrument zou zijn om een confrontatie met de diepte van het onbewuste aan te gaan, en niet slechts zou dienen als een middel om die diepgang te ontvluchten. Voor Jung mist het puur esthetische "elke zedelijke motiverende kracht, omdat het in laatste instantie toch slechts een verfijnd hedonisme is" (hedonisme=genot is hoogste goed). Willen we verlost worden uit dit conflict, dan is een ethische houding noodzakelijk: zedelijke inspanning, offer-bereidheid en religieuze ernst (literatuur; Tjeu van den Berk: Eigenzinnig, kunstzinnig, uitg. Meinema, 2009) ga terug>>